De uitslag doet vermoeden dat het een makkelijke middag was. En hoewel er her en der individueel zoals vaker partijen geflatteerde uitslagen (kunnen) opleveren, leek het deze middag qua collectief inderdaad wel makkelijk te gaan. De uitzondering die de gebruikelijke regel voor het combinatieteam Zie Scherpe Combinatie bevestigt? In ieder geval vielen de puzzelstukjes die in de biljartkamer in veelvoud lagen opgeslagen voor ons prima in elkaar. Om in de trend van deze klassieke ingerichte achterkamer in de wijkpost te blijven: onze teamcaptain heeft de acht stukjes op de juiste borden ingepast. Het enige niet passende van deze middag (in dezelfde achterkamer, niet met betrekking tot de opstelling) was mijns inziens de wifi-router, die het beeld van de vele klassieke puzzels enigszins verstoorde: maar zonder dit soort dissonanten geen digitale media-uitingen (zoals deze).
Hoewel de onderste vier borden letterlijk in het licht lagen, heeft de schrijver dezes weinig meegekregen van deze partijen. De enige constatering die gemaakt kon worden is dat het geen marathonpartijen waren, omdat geen van de acht spelers bruiner onder de lichtbron vandaan kwamen gedurende de middag. De allereerste partij die eindigde kwam dan ook uit dit kwartet borden. Hans Aangeenbrug herstelde zich van zijn laatste twee verliespartijen door op het vijfde bord een duidelijke (vijfde seizoen) overwinning te scoren. Zo v(l)oerde hij met vaste hand de partij tegen de doorgaans taaie tegenstander Joost Kerssemakers tot overwinning. Ook Joost van Eenennaam zette zichzelf op het staartbord in het zonnetje door vrij spoedig een stuk te winnen tegen Alex Jonkheer. Dit bleek voldoende voor het volle punt voor de jeugdige Scherpenissenaar.
De andere twee verlichte borden vielen dan weer uit in het voordeel van de gastheren. Rick van de Breevaart moest op het zesde bord uiteindelijk zijn meerdere erkennen in de dit seizoen sterk presterende en idem stijgende Ronald Lauer. Martin Krijger kreeg een bord daarnaast een versnelde Draak tegenover zich, waarin zwart doorgaans een succesje boekt wanneer hij zonder materiaalverlies d7-d5 kan spelen. Uiteindelijk lukte dit Willem van Sluijs, waarbij Krijger wel voor pionwinst kon gaan, maar hij kon het verdere onduidelijke spelverloop niet goed inschatten en koos voor een veiligere voortzetting. Van Sluijs kreeg nu twee centrumpionnen die uiteindelijk zwak zouden worden, maar met sterke zetten wist hij pionverlies te voorkomen en hield in het eindspel meer initiatief. Uiteindelijk koos onze voormalige molenaar onder sterke druk (op zijn koning) voor de verkeerde voortzetting en kon mat niet meer verhinderen.
Dan nu naar het meer donkere, maar geenszins illustere, spel op de eerste vier borden. Op het derde bord speelde Olaf van der Sloot een prima drukpartij tegen Marcel Nellen. De spanning in het centrum werd lang gehandhaafd, maar mede dankzij de opstoot van de witte centrumpion had wit net iets meer ruimte en druk op f7. Uiteindelijk wist van der Sloot deze druk te vertalen in materiaal- en partijwinst. De enige remise kwam tot stand op het eerste bord. Arend Bandsma probeerde in een Franse opening spel te krijgen op de koningsvleugel. Hier bereikte hij echter niet veel, daar waar de Middelburgse captain Maarten Westerweele wel spel verkreeg op de damevleugel. Dit kostte hem echter veel tijd. Zoveel zelfs dat hij remise aanbood. Gezien de stelling en de stand op de borden op dat moment werd dit aanbod aanvaard.
Net als Aangeenbrug, wist ook Sjaak Spiegels met zwart op het tweede bord - ten koste van Paul Koster - de weg naar winst voor de vijfde maal dit seizoen te vinden. De opening was allemaal theorie tot en met zet tien, waarbij Koster meer tijd nodig had. Na het afwijken van de theorie op de volgende zet investeerde Spiegels dan weer de nodige tijd. Het kleine zwarte openingsvoordeeltje verdampte en zoals wel vaker bracht de tijdnoodfase noodgedwongen duidelijkheid. Met nog vijftien zetten te gaan tot de eerste tijdcontrole probeerde Koster druk te zetten op de vernielde zwarte pionnenstructuur op de damevleugel. Als reactie trok Spiegels met dame en toren in de aanval, waarop Koster met allebei nog een paar minuten op de klok besloot voor een tegenaanval te kiezen. Na een zwarte schaak kwam de witte koning naar voren, waardoor Spiegels een dubbele aanval op de koning en de loper kon plaatsen. Dit bleek de uiteindelijk ‘doorslaggevendste’ aanval, waarna de Middelburgse voorzitter opgaf.
De laatste partij die nog bezig was zat inmiddels ook in de tijdnoodfase. Sebastiaan Koedoot en Sjaak Steijn hadden nog een paar minuten voor een kleine tien zetten. Koedoot had in de opening een zwarte pion geofferd, waardoor voor beide kanten veel dynamiek, maar weinig concrete compensatie voor Koedoot kwam. Toen na Steijns paard h3 Koedoot eindelijk die positionele compensatie wel zou kunnen pakken, was de stelling te dynamisch om dat menselijkerwijs ook te doen: oftewel silliconen hindsight is net zoiets als cognitieve dissonantie. De witte loperdiagonaal was ijzersterk en zeker nadat Steijn de blokkerende stukken op die lijn kon afruilen leek het een kwestie van tijd voordat de zwarte koning onderdanen moest gaan offeren, gezien de gecombineerde dreiging uitgaande van deze loperdiagonaal en een op de koning gerichte halfopen lijn. Gesteund door de op rasse schreden aantredende tijdnood besloot Koedoot om niet lijdzaam af te wachten, maar twee lichte stukken te geven voor een toren om daarmee binnen te kunnen dringen op de tweede rij met zijn dame, daarbij gesteund door en ondersteunend aan zijn vrijpion op d3. Op zich zeker nog niet onoverkomelijk voor wit, maar met de tijdnood wel lastig om dan op dat moment de juiste zetten te vinden. Een taak die voor de aanvallende partij in tijdnood dan vaak weer makkelijker is als er een concreet plan is. En dat was er. Na het mindere (witte) loper e3 kon Koedoot met zijn andere toren ook op de tweede rij binnendringen door de ene toren de zet daarvoor te geven voor de f2 pion en de genoemde e3-loper. Twee zetten voor de tijdcontrole viel de vlag van Steijn, nadat hij zijn 38e zet had uitgevoerd, maar nog niet voltooid. Dat die zet overigens echt definitief verliezend was, mag een pleister op de wonde zijn voor de thuisspeler, daar waar hij het grootste deel van de partij beter stond. En zoals de uiterst sympathieke Steijn in de nazit opmerkte: het lijkt wel alsof in onze partijen degene die tijdens de partij beter staat toch niet mag winnen. Een regel die tot nu toe in de onderlinge partijen van de heren eigenlijk geen uitzondering kent.
Met deze 5,5 – 2,5 overwinning heeft Zie Scherpe Combinatie haasje-over gedaan met Middelburg. Daar de overige twee wedstrijden in 4-4 eindigden dus goede zaken voor ons, welke ons weer eens op de tweede plaats terecht laat komen. Het toont ook, net als de laatste ronden, weer aan dat elk team in deze klasse lijkt thuis te horen. Binnenkort deze klasse dan maar integraal omzetten in de vierde klasse landelijk? Volgende ronde gaan we in ieder geval zien in hoeverre deze hoofdklasse de status haasje-over weer eens waar maakt. En onthoud, hoe snel de haas ook is in het begin, het gaat erom welke schildpad uiteindelijk het eerste over de finish komt na tien ronden.