Dankzij drie achtereenvolgende overwinningen wist het combinatieteam uit Zierikzee en Scherpenisse op te klimmen van de op een-na-laatste, vijfde, positie naar de wellicht meest ondankbare positie. Door in de slotronde Scheldeschaak met 5-3 te verslaan wist ZSC in totaal 11 (van de 20 maximale) wedstrijdpunten en 42 (van de 80 maximale) bordpunten te verzamelen.
Voor aanvang van deze slotronde in Axel was al bekend dat Het Witte Paard 4 kampioen is en dat Scheldeschaak als laatste / zesde eindigt. De posities er tussenin waren nog onzeker: ZSC zou zowel nog als tweede (bij winst ZSC tegen degradant Scheldeschaak en verlies DZD tegen kampioen HWP 4), derde, vierde of vijfde (bij verlies ZSC van 1-7 of erger en gelijkspel (geen winst of verlies) van Middelburg) kunnen eindigen. Hoewel gezien de paring het voor ZSC beste (tweede plek) scenario op papier waarschijnlijk leek, moest het toch nog even gebeuren, want papier blijft papier en ZSC had immers in de eerste ontmoeting met Scheldeschaak met 3,5 – 4,5 verloren. Maar goed, vaak gebeurt het meest waarschijnlijke en zo nu dus ook. Saillant detail was dat Middelburg 4-4 gelijkspeelde tegen Souburg 2: had zelfs het meest onwaarschijnlijke (vijfde plaats) scenario nog in beeld kunnen komen.
Ter ere van het aanstaande 70 jarige jubileum van schaakvereniging Landau werd de gezamenlijke slotronde van de hoofd- en promotieklasse in Axel gespeeld. Naast de samenkomst van (bijna) alle Zeeuwse onderbonders werd de Marijke school verder gevuld met de twee landelijke spelende teams van Axel (en hun opponenten), zodat er in totaal acht teamwedstrijden plaatsvonden. Van deze ruim 100 spelende schakers (102?) gold voor het Thoolse deel van ZSC de leus “als laatste binnen en als eerste weg”. Net op tijd binnen om (een deel van) de toespraken mee te krijgen en deel uitmakend van de eerste teamwedstrijden die (net na vieren) afgelopen was.
Met invallers Joost van Eenennaam en Ben Snethorst werd er een regelmatige overwinning geboekt op Scheldeschaak. Rick van de Breevaart bracht ZSC op voorsprong, waarna Bart Hertog na eerst remise te hebben afgewezen een paar zetten later dan toch zelf remise aanbood (notabene bij een mindere zet bleek achteraf). Dit aanbod werd aangenomen, waarna Sjaak Spiegels door zijn vlag heenging in een iets mindere stelling. Hans Aangeenbrug bracht ZSC weer op voorsprong na een aantal mindere zetten van zijn tegenstander. Van Eenennaam wist remise te behalen, waarna Sebastiaan Koedoot eveneens remise noteerde door in iets betere stelling het remiseaanbod van zijn tegenstander te accepteren. Kort daarna stelde Snethorst de team- en zijn eigen overwinning veilig door aan te tonen dat torens verdubbelen niet altijd goed is. Arend Bandsma besloot zijn partij ook met een remise, waardoor de eindstand van 5-3 in het voordeel van het combinatieteam van de boven Zeeuwse eilanden na een drie uur spelen een feit was.
En dan de onvermijdelijke statistieken. Met de genoemde score net boven de 50% ex aequo op wedstrijdpunten een tweede plaats en een ongedeeld tweede plaats op bordpunten. Blijft typerend voor de hoofdklasse de laatste jaren dat er zoveel teams rond de 50% scoren: oftewel iedereen kan van iedereen winnen/verliezen. De resultaten van ZSC van de afgelopen seizoenen zijn hier wel een onderstreping van. Voorgaand seizoen (2014 / 2015) behaalde ZSC evenveel wedstrijdpunten en een half bordpuntje minder, maar eindigde toen op de vierde stek. Het seizoen daarvoor (2013 / 2014) ook de vierde stek, maar dan met slechts 8 wedstrijdpunten en eveneens 40,5 bordpunt). En om de opsomming te completeren wist in het eerste seizoen (2012 / 2013) met zes teams in de hoofdklasse het combinatieteam 9 wedstrijdpunten en 39 bordpunten te behalen, wat toen geen hogere positie opleverde dan de vijfde plek.
Dan de persoonlijke resultaten. Topscoorder van ZSC dit seizoen is Hans Aangeenbrug. Met 6 punten uit 7 wedstrijden op het eerste bord een dijk van een prestatie. Arend Bandsma deed het met 5 uit 9 op de hogere borden ook prima. Sjaak Spiegels kende een sterk middenseizoen, maar de kop en staart waren minder, waardoor de teller op 4,5 uit 10 eindigde. Dezelfde eindscore voor Sebastiaan Koedoot, maar dan wel op gemiddeld lagere borden. Rick van de Breevaart speelde ook de volle mep en wist precies 50% te scoren: er leek meer in te zitten, maar de voorlaatste ronden was het allemaal net niet. Bij teamleider Martin Krijger was het net andersom: na een moeizame start eindigde hij toch nog op 4 uit 9. Ook Bart Hertog wist 4 punten te verzamelen, maar had daar 7 wedstrijden voor nodig. De laatste basisspeler Olaf van der Sloot kende een seizoen met 5 remises en 1 verliespartij, oftewel 2,5 uit 6. Invaller Dig de Graaf wist net als van der Sloot ook geen partij te winnen, maar net als Aangeenbrug verloor hij ook geen partij. Zijn bijdrage was dan ook 1 remise. Ben Snethorst moest als invaller even op stoom komen. Na eerst 2 keer te hebben verloren wist hij de 50% te bereiken door de laatste 2 ronden te winnen: de enige speler zonder remise! Tenslotte bleek ook dit seizoen Joost van Eenennaam een invaller in schaapskleren: met 7 gespeelde partijen lijk je eerder een basisspeler dan invaller. Met 4 punten uit deze 7 partijen ook een meer dan mooie inbreng in het totale teamresultaat van het gezellige en toch wel succesvolle combinatieteam.
Meest ondankbare positie of niet, mede gezien de stand vier ronden geleden toen de tweede plaats de bijna meest ondenkbare positie leek, zijn we dik tevreden met de uiteindelijke klassering. Alhoewel… natuurlijk hadden de krap verloren wedstrijden niet allemaal verloren hoeven te worden en ook het gelijke spel tegen de kampioen had onze kant op kunnen (moeten?) vallen. Wat als… Overpeinzingen die vast bij elk team voorkomen en die nogmaals illustrerend zijn voor aan hoe gewaagd de teams in deze klasse aan elkaar zijn: de blijvende charme van deze hoofdklasse. Tot volgend seizoen en iedereen bedankt voor de inzet op, achter en naast het schaakbord!