Het werd een onverwacht grote zege, waardoor we in de finale komen te staan tegen Denk en Zet of Goes. De eerste optie zou wel heel leuk zijn maar ook de zwaarste optie vrees ik…
De match tegen Middelburg begon al goed. Hans’ tegenstander maakte een fout wat hem een stuk kostte en daarmee was het eerste punt binnen. Daarna gaf mijn tegenstander op. In tijdnood en in de knel maakte hij de beslissende fout. Bij Sjaak ging het mis, hij beging ergens een vergissing die hij niet meer kon corrigeren Stand 2-1 voor ons, op bord 4 had Ben niet best gestaan tegen Marcel Nellen, Middelburgs topscorer. Het ratingverschil (1734-1379) in Ben’s nadeel was enorm. De beslissende partij.
Ik had Nellen al verteld waartoe Ben in staat is als het op tijdnoodfase aankomt. En het kwam op tijdnoodfase aan. Ben ca. 5 minuten, Nellen 2, en slinkend. Toen kregen we een prachtig schouwspel. Als een feilloze schaakmachine hamerde Ben letterlijk de zetten op het bord en vrat pion na pion. Nellen probeerde van alles in de weinige tijd die hij nog had maar Ben gaf geen krimp. In volle concentratie zag hij alles en dwong Nellen tot opgave, en sleepte zo de finaleplaats binnen.
In de interne competitie werden tien partijen gespeeld.
In een Siciliaanse partij kon Kees Bimmel 2 pionnen winnen maar hij verzuimde in het middenspel de lange diagonaal a1-h8 te blokkeren. Hierdoor kon Fokko Baakman met zijn dame deze diagonaal in bezit nemen en daarmee het initiatief overnemen. Een aanval van Baakman op de koningsvleugel leverde hem een kwaliteit op die Bimmel later kon terugwinnen. Toen de rookwolken waren opgetrokken besloten beiden tot remise. Na analyse bleek dit ook de juiste uitslag te zijn.
Dick Doeswijk kwam slecht uit de opening en moest zijn dame geven tegen slechts twee stukken van Chris van Eldik. Chris weet zo’n voordeel wel uit te buiten en zette rustig door richting de winst.
Paul Greefhorst dacht met zwart de stelling van Erik de Vrieze kapot te kunnen spelen door een loper te offeren op h2 tegen twee pionnen. Na Kxh2..Dh4 en Kg2..Pg4 dacht Paul de druk te kunnen opvoeren, maar Erik verdedigde met Lf4 en Pauls plan en winstkansen vielen in duigen.
Peter de Vrieze verloor van Pieter Jan van Strien. De openingsfase verliep zonder blunders. In het middenspel kwam Piter Jan een pion voor te staan en liep wit steeds achter de feiten aan. Peter maakte een fatale fout in het eindspel waardoor de witte dame na een reeks schaakjes op de tocht kwam te staan: 0-1.
John van Dalsen opende met Pf3 en Eric Bouman trachtte in de opening en het middenspel het centrum te domineren. Daar kreeg hij echter weinig tot geen kans voor, Bij afruil van de dames kwam zwart een kwaliteit voor en kon later een pion laren promoveren, waarna John opgaf.
Marnix den Bioer was zwak in de opening tegen witspeler Kees van den Nieuwendijk. Desondanks kwam wit krap in de tijd te zitten. Kees wist echter te promoveren waarna Marnix opgaf.
Piet de Vreede speelde met wit tegen Frans Jansen. Er ontwikkelde zich een gelijk opgaande strijd waarin Piet een pion voor kwam te staan in het middenspel. Nadat vele stukken waren geruild wist Frans via een schaakje op de achterlijn deze terug te winnen en tegelijkertijd Piet een dubbelpion aan te smeren. Met ieder nog slechts drie pionnen zou Frans kunnen gaan promoveren. Piet wachtte dat niet af en gaf op.