Ben Snethorst opende rustig tegen Sjaak Spiegels. Er ontwikkelde zich een strijd in het centrum. Spiegels zag kans om de witte stelling te verzwakken door de c-pion onder vuur te nemen. Deze pion kon hij later incasseren. Hierna kwam Snethorst opgesloten te zitten en verloor nog een pion. Hierna gaf hij op.
Paul Greefhorst had de moed lang te rokeren terwijl Kees van den Nieuwendijk op die lange vleugel al enige pionnen naar voren geschoven had. Nadat Greefhorst op de 20e zet de dekking van een loper had opgegeven kon Van den Nieuwendijk met een prachtige röntgenaanval de dame van Greefhorst bemachtigen, waarna Greefhorst kon opgeven.
Pieter Jan van Strien slaagde er na een lang gelijk opgaande partij toch in het eindspel naar zich toe te trekken waardoor Jan Heilegers toch nog met lege handen naar huis moest.
Piet de Vreede profiteerde van twee blunders van Marco Vieveen, die al snel opgaf.
Wim van de Waarsenburg had geluk dat Johan van de Velde een dekkingsfoutje maakte en boekte zijn eerste overwinning.
In de partijen Marnix den Boer-Fokko Baakman en Martin Krijger-Mark van Rooten was het verloop hetzelfde. Zowel Baakman als Krijger verrekenden zich en raakten een stuk tegen een pion kwijt. Beiden zetten alle zeilen bij om de stand om te buigen, maar slaagden er niet in. Baakman gaf tenslotte op en Krijger verloor door tijdsoverschrijding.
Jac Weeland opende als gewoonlijk met b4, waarop Hans Baris het antwoord niet goed wist. Toch ging het in de opening redelijk gelijk op. In het middenspel gunde Baris aan Weland een loper tegen drie pionnen, wat eigenlijk het begin van het einde bleek te zijn. Na nog wat mindere zetten gaf Baris op.
Na wat afruilen van stukken kreeg Peter de Vrieze een vrijpion ver in de vijandelijke stelling. Even later sloeg hij een pion in de koningsstelling van John van Dalsen gevolgd door schaakjes op diens koning. Van Dalsen stond even moeilijk maar hield er uiteindelijk toch een door de dame gedekte vrijpion aan over. De stelling was weer in evenwicht en opgelucht dacht Van Dalsen net als De Vrieze zijn pion te laten promoveren. Hij zag echter een vernijnig schaakje over het hoofd wat hem een belangrijk tempo kostte en daarmee toch nog de partij.
Dick Doeskwijk en Chris van Eldik stonden gelijk toen Van Eldik een aanval van Doeswijk zo dreigend vond dat hij opgaf. Nadat de partij later door beiden geanalyseerd was bleek de dreiging wel mee te vallen en zou de partij in remise geëindigd zijn.
De met wit spelende Erik de Vrieze had na de opening wat leuks in gedachte tegen Eric Bouman. Daarbij zag hij het zwarte paard over het hoofd waardoor het witte paard al snel van het bord afging. In het eindspel liet dit verlies zich merken, want ondanks drie pionnen meer lukte het wit niet zich te ontdoen van het dekselse laatste zwarte paard en gaf De Vrieze op.
Frans Jansen voerde met wit de Hamlet op in de Manhuisstraat. Het werd Konings-Indisch dat uitmondde in het vier paarden spel. Er kwam grote druk op een zwart paard dat weer terug moest naar zijn beginpositie. Zwart kreeg vervolgens géén ruimte meer en werd 'vermoord' door zijn eigen stukken. Toen Van Rikxoort ook nog twee stukken kwijtraakte gaf hij op.