De met wit speelde Sjaak Spiegels wist Piet de Vreede op de tweede zet al te verrassen met een vreemde zet. De Vreede vertrouwde het niet helemaal en stelde zich met zwart terughoudend op. Wit kon zich snel ontwikkelen en had een stevige greep op het centrum. De Vreede probeerde terrein te winnen op de dame vleugel, maar bracht daarmee zijn toren die op de diagonaal van een witte loper stond in gevaar. Spiegels zag kans de zwarte lopers te ruilen tegen zijn paarden. Hierbij kreeg zwart ook nog een dubbelpion en werd er flinke schade aan de koningsstelling toegebracht. Wit zette daarop de aanval op de zwarte koning in. Zwart kon zich tegen mat verdedigen ten koste van twee pionnen en een kwaliteit. Bij gebrek aan tegenspel gaf De Vreede de partij op
Martin Krijger kwam tegen Adrie de Jonge iets beter uit de opening en bouwde voorzichtig aan een aanval. De Jonge vond op alle problemen een afdoende oplossing, hield zijn stelling gesloten en de stand gelijk. Achteraf gezien miste Krijger een paar keer een winnende voortzetting, maar het gaat er nu eenmaal om hoe je achter het bord schaakt. De Jonge kwam naarmate de partij vorderde steeds zekerder te staan en stelde remise voor. Gezien zijn tijdnood accepteerde Krijger het aanbod en dat was voor hem maar goed ook want op de slotzet leek De Jonge de betere stelling te hebben.
Ben Snethorst speelde met wit zijn bekende opening tegen Kees Bimmel, die zich verdedigde met het blokkeren van de zwarte diagonaal, het afruilen van de witveldige lopers en het plaatsen van zijn dame op de witte velden. In het middenspel probeerden beide partijen hun stukken zo gunstig mogelijk op te stellen voor een aanval. Bimmel kon als eerste met zijn dame via de witte velden de koningsstelling van Snethorst aanvallen. Er ontspon zich een taaie strijd. Bimmel kon uiteindelijk ook met zijn toren de vijandelijke stelling binnenvallen. Snethorst verdedigde zich bekwaam en hardnekkig maar capituleerde in de late uurtjes na de 49e zet toen Bimmel de pionnen van zijn tegenstanders begon op te peuzelen.
Paul Greefhorst rokeerde naar de lange kant, Henny de Jonge kort. In zo’n geval is voor beiden het strijdplan eenvoudig: volle aanval op de vijandelijke koningsstelling en oppassen dat de aanval van de ander niet doorslaat. De Jonge bereikte als eerste een resultaat en won op de 16e zet een pion, die Greefhorst op de 25e zet terugveroverde. Stelling weer in evenwicht, tot de Jonge weer een pion won. Gelukkig voor Greefhorst had hij met een al ver opgerukte pion een flinke tegendreiging. Vervolgens hadden beiden zoveel ontzag voor de tegenstander dat ze met herhaling van zetten remise maakten.
Hans Baris speelde tegen dorps- en voornaamgenoot Hans Aangeenbrug een geheel eigen spelsysteem. Het zette Aangeenbrug enige tijd aan het denken, en toen besloot hij de zwarte stelling van Baris in te gaan sluiten. Dat lukte aardig en toen hij ook nog een kwaliteit won gaf Baris op.
Ook Frans Nijman en Frans Jansen waren als voornaamgenoten aan elkaar gekoppeld. Nijman woont wel in een mooier dorp… Na een Ruy Lopez achtige opening ontplofte de partij op de 13e zet. Heel veel stukken werden geruild. Wat overbleef was 7 tergen 6 pionnen voor zwart met beiden nog zwaar materiaal. Jansen verloochende zijn aard niet en zette in op een mat achter de paaltjes. Dat bleek een verkeerde keuze. Nijman doorzag de val en ruilde een loper en een toren tegen de zwarte dame. Beiden waren geschrokken en opgelucht tegelijk en tekenden snel het vredesverdrag.
Marco Vieveen dacht de dame van Dick Doeswijk te kunnen veroveren met een paardoffer. De dame veroveren lukte niet, maar dankzij dit eigenlijk toch briljante offer kreeg Vieveen zo een overwicht dat de vijandelijke koningsstelling bezweek en Dick Doeswijk opgaf.
Jac Weeland opende als gewoonlijk met, zoals het wel eens misprijzend genoemd wordt, de Orang Oetan. Enige kans op een overwicht kreeg hij in het begin niet omdat tegenstander Pang Yuen zoveel mogelijk afruilde. Een goed wapen tegen een agressieve tegenstander! Toch zag Weeland zijn kans nog een keer schoon en hij zette met een mooie aanval in op partijwinst. Het leek ervan te komen, maar net op het beslissende moment besloot hij voor de zekerheid alles nog eens door te rekenen. En vervolgens ruilde hij de volgorde van twee zetten om, met als gevolg dat de dame van Yuen kon ontsnappen en deze zelfs nog iets beter kwam te staan. Yuen was echter zo opgelucht dat hij ontsnapt was dat hij remise aanbood. Weeland nam het in eerste instantie niet aan. Hij moest eerst nog zijn woede over zijn blunder verwerken. Toen dit gezakt was, accepteerde hij het aanbod.