Bij rapidschaak hebben beide spelers 15 minuten per persoon bedenktijd. Bij snelschaak wordt dit ingekort tot 7 minuten per persoon.

In het seizoen 2013-2014 is voor het eerst een halve-competitie gespeeld. Het idee is dat iedereen 1 keer tegen alle andere deelnemers zou spelen. De competitie is vooraf ingedeeld in 17 ronden (18 deelnemers). Iedere ronde werd gespeeld op een competitie-avond voorafgaand aan de reguliere interne competitie.

Helaas was er sprake van veel uitval. Spelers die een avond afwezig waren misten dus ook de snelschaakcompetitieronde waar men wel voor ingedeeld was. 59 van de 159 uitslagen zijn derhalve reglementair vastgesteld. Drie deelnemers vielen al vroeg af. Drie anderen haalden het quotum niet van minimaal 60% van de uitslagen ook echt gespeelde partijen moeten zijn. Als je net de pech hebt dat jouw tegenstanders er steeds niet zijn kan je dit dus zomaar overkomen.

Kortom, een competitie waar we met gemengde gevoelens op terugkijken. Het was een experiment en daar zal het ook wel bij blijven.


Kedem Gutkind Dit neemt niet weg dat Kedem Gutkind onbetwist kampioen is. Tegen 12 tegenstanders heeft hij 11 punten gescoord, waarvan twee reglementair. Dit zijn dus 9 punten uit echte winstpartijen en dat zijn er nog altijd meer dan de tweede op de ranglijst, Hans Aangeenbrug.

Op 5 mei, de dag dat deze uitslag definitief is vastgesteld, hebben 14 clubleden een onderling snelschaaktoernooi over 7 ronden gespeeld. Ook hier was Kedem heer en meester. Met een score van 7 uit 7 liet hij naaste concurenten Sjaak Spiegels en Peter de Vrieze met beiden 5 uit 7 toch wel mijlenver achter zich.

Zie ook