Peter de Vrieze profiteerde het meest van de rust in de top door via een zege op Kees Bimmel de top tien binnen te komen op een achtste plaats. Kees ging agressief de opening in Peter kon met veel moeite de stelling gesloten houden. Later zag Kees de dreiging niet van z'n gepende dame en dat leverde een centrumpion op voor Peter, Kees zei later dat hij heel de partij achter de feiten aanliep.
In het eindspel pende Peter met zijn loper het paard en de toren van Kees, die niet in de gaten had dat hij z,n paard naar h5 moest spelen om deze te redden via een tussenschaakje waardoor Peter ook, net als Kees, zijn toren zou verliezen met nog steeds winstkansen voor Kees.
Nu was het weg paard en uiteindelijk ook de partij.

Jac Weeland had zijn zinnen erop gezet de zesde plaats te bereiken, maar dat lukte niet vanwege twee redenen. De eerste reden was dat Adrie de Jonge gewoon te goed speelde om Weeland een kans te geven op een vol punt. De Jonge beantwoordde de ongebruikelijke openingszet van Weeland b2-b4 met het nog ongebruikelijker c7-c6. Hiermee was direct alle theorie overboord gezet, en kreeg Weeland geen kans het initiatief naar zich toe te trekken, iets wat hij heel graag doet. Integendeel, De Jonge kreeg met een goede opstelling van zijn stukken een prima stelling. Weeland moest hard vechten om toch nog een opening te vinden. De Jonge stelde remise voor en Weeland nam het maar al te graag aan. Oorzaak: de tweede reden: Weeland’s bril was doormidden, en het schaken met troebele blik viel hem zwaar tegen…

Johan van de Velde trok met wit moedig ten strijde waarmeePiet de Vreede flink in de verdrukking kwam. Een poging van wit om met een paardzet nog wat meer beweging in de partij te brengen leidde tot een slagwisseling die -toen de kruitdampen waren opgetrokken - wat lucht bleek te hebben opgeleverd waardoor de Vreede een bescheiden tegenaanval met zijn centrumpionnen kon beginnen. Ook dit ging lange tijd gelijk op met interessante combinaties aan beide kanten. Toen zwart de witte loper, gedekt door de dame, gepend zag doordat wit zijn dame precies aan de andere plaatste (beide dames stonden ongedekt) had hij wederom een probleem: welk stuk te spelen? Tot hij ontdekte dat de witte koning eveneens op een witte diagonaal stond: schaak; Loper kwijt maar een dame ervoor terug. Daarmee was de grootste kracht uit de witte verdediging plotseling verdwenen: einde van een leuke partij!

Zierikzee had vorig jaar de Zeeuwse beker gewonnen, en kwam nu in de kwartfinale uit tegen Terneuzen. Hans Aangeenbrug aan bord 1 was het eerst klaar. Hij kwam beter uit de opening, en kreeg na wat mindere zetten van zijn tegenstander in een gewonnen eindspel terecht. Marnix den Boer aan bord 4 stond de hele partij beter maar raakte zijn voordeel kwijt door een kleine vergissing. Zijn tegenstander bood remise aan wat Den Boer, gezien de stand aan het derde bord,  aannam. Aan dat derde bord had Martin Krijger zijn tegenstander in zetdwang gekregen, en bezegelde met een overwinning de teamzege. Bas van de Graaf op 2 leek een prachtige stelling opgebouwd te hebben met twee machtige paarden, en een dame die gemeen naar de vijandelijke koning stond te loeren. Maar Van de Graaf koos een verkeerde voortzetting, en kon na enige tijd opgeven. Einduitslag 2,5-1,5 voor Zierikzee, met, evenals vorig seizoen in de halve finale, Denk en Zet als tegenstander.