Hans Aangeenbrug bracht met wit een nog onbekende variant van het Indisch op het bord, deze schijnt alleen nog maar in de allernieuwste boekjes te staan. De met zwart spelende Kedem Gutkind was veel tijd kwijt aan het vinden van de juiste bestrijding, maar slaagde erin goed tegenspel te krijgen. Onder groeiende tijdsdruk maakte hij echter een foute inschatting wat door Aangeenbrug goed afgestraft werd. Gutkind verloor, en moet in deze competitie nog één keer tegen Aangeenbrug, een partij die hij dan zal moeten winnen om nog kampioen te kunnen worden.
Martin Krijger kwam goed uit de opening, en Bas van de Graaf was veel tijd kwijt aan het vinden van goede tegenzetten. Toen Krijger even niet de beste voortzetting vond zette Van de Graaf een tegenaanval op. Krijger offerde daarop een loper, en had er nog remise uit kunnen halen, maar koos de verkeerde voortzetting en gaf op na dameverlies.
Kees van den Nieuwendijk leek een mooie stelling te krijgen en zette de aanval op de koningsstelling van Sjaak Spiegels in. Deze kreeg even later kans op een tegenaanval, die Van den Nieuwendijk verkeerd inschatte. Hij beging een ernstige fout, een buitenkansje dat de dit seizoen zeer scherpe Spiegels zich niet liet ontgaan en de partij won.
Hans Baris speelde met wit tegen Piet de Vreede die tot nu toe nog maar één partij verloren had. Zijn voorbereiding had echter een behoorlijke olympische deuk opgelopen: Baris opende met e4 en De Vreede leek meer aan rondetijden te denken dan aan openingszetten: toen hij wilde antwoorden met Paard f6 bleek hij pion f7 te hebben beetgepakt en ja: aanraken is zetten! Na drie zetten fronste Baris nadrukkelijk zijn wenkbrauwen: zwart had kans gezien in enkele zetten een soort gatenkaas op het bord te toveren.
Na paard g5 en dame h5 schaak was de situatie al eigenlijk hopeloos voor De Vreede en begon zijn koning aan een wandeling over het bord die in feite niets oploste: het werd al maar erger.
Toen Baris drie vrijpionnen op de koningsvleugel klaar had staan en hij bovendien een vol paard voor dreigde te komen kon hij zich melden voor de huldiging. Voor zijn tegenstander restte slechts een plak slaag!
Fokko Baakman beantwoordde de opening van Jac Weeland niet helemaal correct, en verloor na het opjagen van zijn paard een pion. Baakman slaagde er daarna wel in zijn stelling nog redelijk op orde te krijgen, en stelde remise voor. Weeland echter had nog een aanval in gedachten, en speelde door. Terecht, zo bleek later. Met deze aanval besliste hij de partij in zijn voordeel en klom in de ranglijst tot vlak achter de top drie.