Marnix den Boer stuitte op Bas van de Graaf die al vier keer de kampioensbeker aan zijn kleinkinderen mocht tonen. In een gesloten Siciliaan veroverde Van de Graaf met wit al snel een kwaliteit en een pion. Den Boer kreeg echter geweldige compensatie met controle over de witte velden. In de tijdnoodfase vervlakte dit en kreeg het witte overwicht in materiaal de overhand. Commentaar van Van de Graaf later: “ik heb denk ik wel wat gemazzeld”. Maar intussen is hij wel koploper!
In de andere partij van de waarheid kwam de met wit spelende Kees van den Nieuwendijk iets beter uit de opening maar na wat tempo's te hebben verspild kreeg Kedem Gutkind met zwart redelijk spel. Na een zeer positionele opening ging de tactiek meespelen. Beide spelers hadden ieder een goede kans om het voordeel naar zich toe te trekken maar misten allebei de beste kans. Gutkind kwam na een dameruil in een iets beter eindspel waarin hij een pion wist te winnen. Hij drong echter te snel aan op een pionnendoorbraak wat de stelling weer tot remise bracht omdat Van den Nieuwendijk een sterke penning in de stelling kwam op een zwakke zwarte pion.
Kees Bimmel verraste Piet de Vreede op een onvervalste Leeuwenklauw, waaruit de witspeler zich van meet af aan probeerde zich te bevrijden. Mede door een gedrongen stelling aan beide kanten lukte hem dit niet en hoewel hij zich taai verdedigde kwam hij zowel op het bord als op de klok hevig in nood. Vlak voordat wits bedenktijd verstreken was veroverde Bimmel via een tussenschaakje ook nog de witte dame en was het gedaan.
Sjaak Spiegels en Peter de Vrieze kozen voor een rustige opbouw en ontwikkelden hun stukken zoals het hoort. Na de opening wilde de Vrieze ten aanval gaan met zijn f-pion. Hiervoor haalde hij zijn paard terug naar de achterste rij. Spiegels profiteerde direct door de zwarte stelling onder druk te zetten. Hij speelde zijn paard diep in de zwarte stelling. Toen de Vrieze zich wilde bevrijden raakte hij door een combinatie een stuk kwijt. Hij probeerde nog tot een koningsaanval te komen maar na een valletje verloor hij de kwaliteit. Geschrokken blunderde hij hierbij ook nog een toren weg en restte hem alleen nog zich over te geven.
Linda Greefhorst speelde haar eigen variant van het Drakensysteem en zette al snel het bord in vuur en vlam door zonder angst har belangrijke centrumpion op te schuiven. Martin Krijger antwoordde met een venijnige tegenaanval, die hem stukwinst opleverde. Opgelucht leunde hij achterover en blunderde het stuk weer terug. In het moeilijke toreneindspel dat overbleef verraste de jonge Greefhorst regelmatig met verrassend sterke zetten, maar miste een kansje op remise. Krijger hield uiteindelijk de gevaarlijkste pion over en kon op het nippertje de overwinning binnen halen.