Hoewel we nog geen wedstrijd gewonnen hadden begonnen we met goede moed aan het laatste treffen van deze competitie. We konden op volle sterkte aan treden tegen Denk en Zet 1.

Marnix den Boer was als eerste klaar met zijn partij tegen Bajramovic. In het begin van de partij ruilde Marnix de dames die zwart met de koning moest terugnemen. Hierna kon zwart niet meer rokeren. Toch slaagde Marnix er niet in dit direct om te zetten in winnend voordeel. Zijn tegenstander kreeg een ruimte overwicht en liet zijn pionnen opstomen. Echter had Marnix heel listig een val opgezet. Hij gaf een toren voor een paard maar met röntgen aanval wist hij een volle toren te veroveren. Met een loper voorsprong speelde hij de partij rustig uit en het eerste punt was binnen.

Pang Yuen kreeg te maken met een stevig aanval van G. v.d. Breevaert. Deze aanval leverde zijn tegenstander een pion op. Echter vergat hij zijn eigen stelling en Pang veroverde de pion direct terug. De partij raakte op slot en beide besloten tot remise.

John van Dalsen speelde een rustig partij tegen Corne Niemandsverdriet. Gezien onze voorsprong en de stand op de andere borden accepteerde John het remise aanbod.

Kees speelde op bord 1 met zwart tegen Peter v.d. Breevaart. Zijn tegenstander zette gelijk druk op de stelling. Kees kon alles verdedigen en wachtte geduldig op zijn kansen. Zijn tegenstander maakte echter geen fouten. Gezien de stand op de andere borden besloot Kees remise aan te bieden. Zijn tegenstander dacht even over het aanbod maar accepteerde.

Sjaak speelde op bord 2 met wit tegen Blonet. Zijn opening werd beantwoord met een Pirc verdediging. Beide spelers rokeerde tegengesteld waarna Sjaak met een pionnenstorm op de zwarte koningsstelling begon. Zwart kwam gedrukt te staan maar kan het houden. Sjaak probeerde nog een pion te offeren maar zijn tegenstander hapte niet toe. Tegen het einde van de partij leek zijn tegenstander zich voor goed van de druk te kunnen verlossen. Toen offerde Sjaak nog een pion waardoor het paard van zwart in een vervelende penning terecht kwam. Toen zwart probeerde deze dreiging te neutraliseerde speelde Sjaak een schijnoffer wat een winnende aanval was. De overwinning was hiermee zeker gesteld.

Peter met zwart speelde een goede partij tegen Marcel v.d. Berge. Op de 10^de zet speelde Peter een schijnoffer. Als wit goed had gespeeld had hij het verlies tot een pion kunnen beperken, maar hij koos een verkeerde afwikkeling. Dit leverde Peter een vol stuk voordeel op. De stelling van Peter was enigszins ontregeld maar hij speelde het voorzichtig uit en kon het laatste punt aantekenen.