De partijen duurden lang, Na twee uur spelen pas had de kampioen zijn eerste zege binnen. Het viel op dat Van de Graaf nauwelijks fouten maakte. Met secuur spel kwam hij op bijna elk bord beter te staan. Maar zo na drie uur spelen leek de vermoeidheid toch toe te slaan, en werden enkele partijen remise gegeven. De simultaan begon om acht uur, om half een eindigde de laatste.
Van de Graaf had toen 18 partijen gespeeld, en een totaal van ongeveer 550 zetten gedaan. Hij won 8 partijen, speelde er 7 remise (Brouwer,Spiegels, Yuen, A. Greefhorst, Baakman, Bimmel, Doeswijk), en verloor er slechts drie ( Jansen, Krijger, De Vrieze). Met een score van 64% toonde hij aan een terechte kampioen en een sterke simultaanspeler te zijn.