Kedem Gutkind speelde tegen Kees Bimmel de van Geet opening. Gutkind rokeerde kort en Bimmel lang, waarna de koningsaansval van wit eerder doorbrak en de winst opleverde.
Johan Hoogstrate kwam tegen Pang Yuen in een wanordelijke stelling terecht. Yuen zag niets over het hoofd en won geleidelijk aan zoveel materiaal dat Hoogstrate opgaf.
Paul Greefhorst raakte op het eind van de opening twee keer een pion krijt aan Han van der Made, maar wist die met voldoende dreiging in het middenspel terug te winnen. Een blunder van Greefhorst kostte hem een kwaliteit, maar wel tegen twee pionnen. Greefhorst had nog gemene (mat)dreigingen en bood remise aan.
Teun Brouwer speelde tegen John van Dalsen een gelijkopgaande partij, maar in het eindspel kon Brouwer met drie pionnen doorbreken waarna van Dalsen opgaf.
Piet de Vreede slaagde erin een vervelende penning te plaatsen op de koning van Alexander Greefhorst, die hierdoor slecht uit de opening kwam. In het eindspel kreeg De Vreede de overhand doordat hij een promotie extra kon bewerkstelligen waarna Alexander opgaf.