Han van der Made opende met een sicilaan tegen zwartspeler Jan Verduin de Boer, die in de opening een pion verloor en zijn stelling zag inzakken. Na het verlies van een toren gaf de laatste op.
Jan Heiligers wist in zijn partij tegen Mark van Rooten door een verkeerde pionzet van Van Rooten een krachtige koningsaaval op te zetten en de partij te winnen.
Aat Brakel en Kedem Gutkind speelden een gelijkwaardige partij en eindigden in een gesloten eindspel waarin de torens geen ruimte hadden: remise.
Johan Hoogstrate kwam tegen Erik Nieuwlands een pion voor, maar Erik wist dit verschil na een hoop afruilen weg te werken. Nadat Hoogstrate in het eindspel door een foutje een pion verloor kon Nieuwland de partij rustig naar zich toe trekken.
De partij tussen René van Rikxoort en Marco Vieveen ging lange tijd gelijk op, totdat de eerste een toren verspeelde: 0-1.
Alexander Greefhorst kreeg een Franse opening tegen zich van Kees Bimmel. Nadat Bimmel de centrumpionnen van Greefhorst sloeg, ontstond er een stelling vol mogelijkheden voor beide kanten. Greefhorst won dankzij een schaakje een tempo en kon toen terugkomen. Het eindspel leidde uiteindelijk tot remise.
Frans Jansen dacht tegen Piet de Vreede goede zaken te kunnen doen, doordat de laatst in flink in tijdnood kwam. De Vreede vocht echter als een leeuw en kon door goed spel en stelselmatig afruilen de vijandelijke overmacht reduceren tot 1 paard. Omdat je met een paard alleen nooit een schaakpartij kan winnen kon De Vreede toch een remise laten noteren.