Zierikzee kwam vrij snel en gemakkelijk op een 3-0 voorsprong. Peter de Vrieze meldde als eerste een punt. Al snel in de opening veroverde hij een pion. De stelling was ingewikkeld, en De Vrieze zette een combinatie op, wat hem uiteindelijk een toren voor een loper opleverde. De Vlissinger was blijkbaar dusdanig onder de indruk van het sterke spel van De Vrieze, dat hij direct opgaf.
Martin Krijger boekte het volgende punt. Met een sterke koningsaanval met al zijn stukken won hij een loper, en kon vervolgens de stelling rustig uitschuiven. Daarna was Hans Aangeenbrug aan de beurt. Hij verwoordde zijn overwinning als volgt: “Hij (de Vlissingse tegenstander) hield in de opening niet helemaal de goede zetvolgorde aan, en toen kwam ik wat beter te staan.” In feite kwam het erop neer, dat Aangeenbrug al snel met meerder stukken de vijandelijke stelling binnendrong, en zijn tegenstander compleet van het bord veegde.
Bij deze 3-0 stand was het nog lang niet gebeurd. Jukkenekke stond achter en had niet veel tijd meer. Spiegels stond iets beter, maar zat in geweldige tijdnood, en Van de Graaf zijn stelling leek dichtgeschoven.
Jukkenekke zette met de moed der wanhoop een riskante tegenaanval in, waarmee hij remise bereikte en de overwinning voor zijn team veilig stelde. Spiegels opende met nog slechts enkele minuten bedenktijd de stelling. Met uiteindelijk een gewonnen stelling nam Spiegels het remiseaanbod aan. Het risico dat zijn tijd verstreken zou zijn, was te groot.
Bas van de Graaf had het goed gezien. Vanuit een bijna dichtgeschoven stelling schoof hij zijn pionnen op, richting vijandelijke koning. Zijn tegenstander had weinig in te brengen, en toen de stelling opende, had Van de Graaf binnen enkele zetten gewonnen.
Met een verdiende 5-1 overwinning bezetten de Schouwenaren nu een plaats bovenin de middenmoot.
In de huishoudelijke competitie werden acht partijen gespeeld. Opvallend is de alweer zesde remise van Han van der Made. Hij verloor tot dusver alleen van Aangeenbrug, Jukkenekke en Krijger.