Spiegels zette alles klaar voor een stormaanval op de witte koning, en Krijger moest heel voorzichtig spelen om de geest niet uit de fles te laten komen. Allengs kwam Spiegels wat minder te staan, omdat zijn stukken niet goed konden samenwerken. Toen hij echter een pion en een toren tegen een paard weggaf, stond Spiegels verloren. Krijger rukte met een duo randpionnen op, en de stelling kwam open. Met de moed der wanhoop gooide Spiegels alles op de aanval. Beide spelers kwamen in heftige tijdnood, met nog één minuut voor de rest van de partij. Op een gegeven moment constateerde Spiegels dat van beiden de tijd verstreken was: remise.
Ook de nummer 4 ondernam een heftige aanval op een hogere positie. Aat Brakel speelde agressief, en Bas van de Graaf moest zich beperken tot een “catenaccio”, enkel verdedigen en wachten op een kans voor een uitval. Zoal zo vaak ook in voetbal, had deze speelwijze ook bij het schaken succes. Brakel liet een steekje vallen, en van de Graaf won een pionnetje. Gaandeweg ontworstelde hij zich aan de druk, en wist in het eindspel het punt binnen te slepen.
In de familiestrijd tussen Paul en Alexander Greefhorst wist vader Paul de winst naar zich toe te trekken. Het ontlokte zoon Alexander de opmerking: “anders maak je altijd wel een foutje…”. Jan Verduyn den Boer is bezig aan een opmerkelijke opmars. De nestor van de club begon de competitie met twee nederlagen, maar verloor daarna alleen nog maar van Johan Hoogstrate. Nu won hij van de altijd moeilijk verslaanbare Adrie de Jonge, en staat inmiddels op de vijfde plaats. Kees Bimmel een Jan Heiligers speelden een spannende partij. In het eindspel stond Bimmel een pion voor, maar de koning van Heiligers stond op een betere positie. Met gevoel voor strategie buitte Heiligers zijn voordeel uit, en won twee vijandelijke pionnen. Hij kwam gewonnen te staan, maar zag de juiste afwikkeling niet, waardoor Bimmel kon ontsnappen met remise.