Laatste strohalm: winnen van Landau 1. Een ratingverschil van 164 punten geeft ons een kans van 31% op een goed resultaat. Verder moeten óf Middelburg 3, óf Landau 2 ook nog eens verliezen. De kansen hierop zijn resp. 64% en 71%. Alles bij elkaar gerekend hebben wij een kans van ca. 27% om te overleven. Evenwel: statistieken gelden voor grote getallen. In de voorspelde eindstand in de Hoofdklas, volgens rating, worden we 8e. We begonnen niet goed. Jan Verduyn den Boer, raakte een toren kwijt door een röntgenaanval op zijn dame, en verloor. Richard, de laatste keren sterkn op dreef, schrijft zelf het volgende over zijn partij: “Wat smaakte die borrel lekker. Probeerde de Witte Leeuw tegen Theo de Putter, maar na 6 zetten waren de dames al van het bord. Voor mij een bekende variant dus ik weet een beetje hoe het daarna verder moet. Na wat kleine tactische prikjes, rochereerde Theo kort en dat was nu net de bedoeling. Toen werd de Leeuw weer wakker en konden de 2 paarden en toren via de h-lijn inbreken. Door een tactische wending verloor zwart een stuk en gaf toen gelijk op na 28 zetten.” Arend Bandsma overklaste zijn tegenstander totaal. Met een aanval-recht-door-het-midden promoveerde hij al in het middenspel. De eigenlijke uitslag van deze partij had 2-0 moeten zijn. Hans Aangeenbrug had zich goed voorbereid tegen de sterke Kalisvaart. Hans toonde een diepm begripvoor de opening, en kreeg een steeds betere stelling. Nagenoeg foutloos slopte hij de zwarte stelling. Tot aan de 13e zet werd de partij Kekki-Keskesarja (rem), Helsinki 1999, gevolgd. Martin Krijger had een gelijkopgaande strijd aan bord 4. Hij dacht dat hij minder stond, en bood remise aan. Zijn tegenstander dacht hier 20 min. over, en accepteerde toen. Bij analyse bleek het inderdaad remise. Bas vd Graaf kwam goed uit de opening, maar zijn stelling verslechterde, en hij verloor. Sjaak Spiegels, lang in een gelijkwaardige stelling, verloor ook. Voorzitter Herman bracht het winnende punt binnen. Hier zijn eigen stukje proza: ” Natuurlijk overheerst nog steeds de euforie van het winnen en de goede afloop. Toch denk ik dat het misschien wel de beste en mooiste partij uit mijn hele schaakbestaan is ! De opening was een Italiaan met d3,resp. d6.Na 7 zetten een symmetrische stelling en zoals bekend moet Zwart,ik dus,dit doorbreken,hetgeen ik deed. Met d5?! Op de 11e zet leek ik het centrum te openen,maar feitelijk ontstond een geblokkeerd centrum,waardoor de witte lopers,opgesteld op de damevleugel,inactief bleven. Wel ontstond via de half open e-lijn Witte druk tegen mijn pion op e5.Met 18. Ph4 ! (schijn)offerde ik die pion en dat zat combinatoir vele zetten diep. Mijn tegenstander durfde hier niet op in te gaan en ik denk met recht. Daardoor kon ik geforceerd het verdedigende paard op f3 afruilen en verwierf met 20….,f5 het initiatief. Wit meende dat een evt. koningsaanval van Zwart weinig gevaar kon opleveren en opende een actie op de damvleugel,die heel gevaarlijk leek. Ik won echter met 26….,Lb7 een belangrijk tempo door mijn loper op de lange diagonaal direct op de Witte koningstelling te richten. Zo won ik min of meer geforceerd de heel belangrijke witte pion op g2. Mogelijk was de partij in hogere zin toen uit,maar in,inmiddels wederzijdse tijdnood,moet je natuurlijk de “killers” wel vinden ! Zoals wel bekend is,ben ik in koningsaanvalsituaties combinatoir op mijn best. Het liep dan ook gesmeerd,maar het “magneetoffer” van mijn loper op g3 met schaak was natuurlijk heel fraai en leidde bij aanname,zoals mijn tegenstander deed,tot het mijnerzijds vooruit berekende geforceerde mat op het bord in 3 zetten op de 36e zet. Het door Hans Aangeenbrug na de partij als beter aangegeven weigeren van dat loperoffer op g3 redt Wit overigens na 34.Kg1 evenmin middels het antwoord 34….,Tf2,dreigende mat met Pf3,waardoor Wit de Dame moet geven en vervolgens waarschijnlijk evenzo geforceerd in 5 tot 6 zetten mat gaat. Zo won ik dus van een meer dan 1900 ELO tegenstander op het meest cruciale moment voor Zieirikzee I in dit Hoofdklasse jaar en behielden wij onze hoge “ranking” binnen het Zeeuwse schaak. Wat een hartverwarmende reacties van mijn teamgenoten na afloop. Eerst daarna werd ikzelf gewaar dat mijn winst de 4 ½ punt,en daarmee dus de zo noodzakelijke matchwinst,door mijn optreden werd binnengehaald ! Voorlopig kan mijn week in elk geval niet meer kapot,zo je wel zult begrijpen”. Aldus Herman, die net zo schrijft als hij schaakt.

Volgend jaar dus weer “gewoon” hoofdklasse. En nu hopelijk niet weer “stressen” bij de laatste wedstrijd. Overigens: we werden inderdaad 8e!

.