Daarbij echter kwamen zijn eigen stukken in het gedrang, met als gevolg dat een zwart paard geen kant meer op kon. Hierna was de witte aanval niet meer te houden, en kan Spiegels zich in elk geval voor één week koploper noemen.
De nummer twee van vorig jaar, Martin Krijger, speelde met wit tegen kampioen Bas van de Graaf. De zwartspeler verdedigde zich met de Philidor. Een gesloten verdediging, genoemd naar de geniale Franse wereldkampioen in de tweede helft van de 18e eeuw. In het middenspel kreeg Van de Graaf enig overwicht, en drukte Krijger terug naar de achterste lijnen. Het zag er erg dreigend uit, maar een echte opening kon de zwartspeler niet vinden. In hevige tijdnood was het niet gemakkelijk de juiste voortzetting te vinden. Krijger verzuimde een pion te nemen, en deed een verkeerde damezet. Van de Graaf sloeg geroutineerd toe, en had twee zetten later het punt geïncasseerd.
Titelkandidaat Hans Aangeenbrug had het niet makkelijk tegen Jan Heiligers. Laatstgenoemde gaf wel in de opening een pion weg, maar daarna kreeg Aangeenbrug eigenlijk geen aanknopingspunten meer. Pas toen Heiligers later nog een stuk weggaf, was het pleit beslecht.
De langste partij van de avond won de met wit spelende Peter de Vrieze van John van Dalsen. Van Dalsen werd opgezadeld met een dubbelpion. Dit zijn twee pionnen die voor elkaar staan. Het nadeel is meestal, dat ze beiden zwak en slecht te verdedigen zijn. Dit gaf De Vrieze het meeste initiatief, en in het verre eindspel hadden beide spelers de kans een pion te laten promoveren tot een dame. De seconden tikten weg in een razend moeilijke stelling. Winnaar werd De Vrieze, toen Van Dalsen’s tijd verstreken was.