In de 23e ronde van de interne competitie van Schaakvereniging Zierikzee vergrootten de drie koplopers hun voorsprong door allen te winnen. Maar de titelstrijd zal met nog zes ronden te spelen hoogstwaarschijnlijk gaan tussen Kees van den Nieuwendijk en Sjaak Spiegels. Opmerkelijkis dat van de top-tien verder alleen vader en zoon De Vrieze wisten te winnen.
Ben Snethorst mocht tegen Sjaak Spiegels openen en koos zijn favoriete opening, het Engels. Echter maakte hij al op zet vijf een fout. Hij probeerde de opbouw van Spiegels te ontregelen door een paard te pennen. Met een schijnoffer won Spiegels een pion en ontnam wit de mogelijkheid om te rokeren. De stelling van Snethorst was flink gehavend maar Spiegels wist deze nog niet te kraken. Toen de pionnen werden opgespeeld wist Spiegels een toren op de koning te pennen en hiermee nog een kwaliteit te winnen. Snethorst had nog wat trucjes maar deze werden doorzien.
Kees van den Nieuwendijk wist in de opening al snel een pion te winnen maar Marnix den Boer kon wel sneller ontwikkelen. En zette druk op de vijandelijke koningstelling. Hij zette een leuke combinatie op maar kwam net een zet te kort. Van den Nieuwendijk ruilde de dames en nam het initiatief over. In hevige tijdnood gaf Den Boer nog een loper weg waarna hij zijn tegenstander de hand schudde.
In een Scandinavische partij vochten Martin Krijger en Jac Weeland lang om het initiatief. Toen de stelling van de met zwart spelende Weeland teveel onder druk kwam joeg deze een lastig paard van Krijger weg, wat een grote afrui inluidde. De pion die Krijgers paard weggejaagd had, dekte nu een andere pion niet meer. Deze zwakke pion ging verloren waarna de stelling van Weeland definitief verzwakt was en Weeland na stukverlies opgaf.
Kent u dat? Zó’n prachtige vork, een zwarte paardensprong zwevend boven het arme witte pionnetje op C2. Zwart heeft het helemaal voor elkaar met loper en paard: schaak en torenverlies! Al na de vijfde zet zag het er heel slecht uit voor Frans Jansen die de witte stukken aanvoerde. Het was echter pure oikofobie voor Wim van de Waarsenburg, een boreale zet uit het zwarte kamp. Onmiddellijk sloegen de witte paarden toe als waren het adelaars. De geofferde toren was zo giftig als tien padden. Zwart verloor zijn dame en ging mat.
Peter de Vrieze pakte zijn partij tegen de altijd gevaarlijke Mark van Rooten heel praktisch aan. Hij ruilde veel materiaal, snoepte tussendoor een pionnetje weg, en ruilde de verdere sterke stukken af. En won het eindspel door dat éne pionnetje meer. Het klinkt zo simpel…
De partij tussen Johan van Dalsen en Marco Vieveen beloofde een clash van stijlen te worden. Van Dalsen weet als geen ander een sterke vesting te bouwen, Vieveen gaat liever voor hakken en breken. En dat werkte, Vieveen stond in het middenspel maar liefst vier pionnen voor, de vesting van Van Dalsen werd gesloopt. Maar waar de muren weg zijn ontstaan openingen, zag Van Dalsen. Met een snelle uitval dwong hij herhaling van zetten af en daarmee remise.
Eric Bouman won door een slimme penning een kwaliteit waarop Frans Nijman niet de juiste voortzetting vond. Toen hij de schade overzag gaf hij op.
Erik de Vrieze gaat steeds sterker schaken. Zo wist nu zelfs van Kees Bimmel te winnen. Basis hiervoor was zijn sterke loperspel. Hij kreeg ze beiden achter de vijandelijke linies en Bimmel had nog maar één kans op winst. Dit waren twee opmarcherende pionnen, op weg naar promotie. De Vrieze offerde toen één van zijn sterke lopers op om de pionnen te stoppen. Vervolgens liep een pion van hemzelf door naar promotie en de winst van de partij.