Gehandicapt door het ontbreken van Kees van den Nieuwendijk en Rick van de Breevaart zag het er voor een op papier zwakker ZSC niet goed uit. Maar vooral Joost van Eenennaam en Ben Snethorst zorgden voor een daverende verrassing. Van Eenennaam zette zijn veel sterkere tegenstander uiterst fraai mat en Snethorst won aan bord 1 al binnen tien zetten een stuk tegen een nog veel sterkere tegenstander, en hield dit voordeel keurig vast. Ook Olaf van der Sloot en Kim Fierens wonnen, remises waren er voor Sebastiaan Koedoot, Sjaak Spiegels en Martin Krijger.

 

Sjaak Spiegels moest het met wit opnemen tegen Kim “Valstrik” Fierens. Spiegels leek even aan te sturen op het immer scherpe tweepaardenspel, maar besloot het rustig aan te doen met d3. Hierop forceerde Fierens de boel met de breekzet d5. Na deze dubieuze manoeuvre leek een tijdlang de e-pion van Fierens op vallen te staan. Maar bij nadere beschouwing kon Spiegels die toch steeds net niet op een voor hem voordelige manier verschalken. Na nog wat verwikkelingen, waarbij het even leek alsof Spiegels de dame van Fierens kon opsluiten en elimineren, wist Fierens met behulp van een handige combinatie een pion voorsprong te krijgen. Toen gaf hij in alle consternatie zijn loper weg. Omdat hij echter wat pionnetjes van Spiegels kon snoepen, aanvaarde deze het remiseaanbod van Fierens.

 

In de interne competitie beantwoordde Martin Krijger de Engelse opening van Ben Snethorst anders dan deze gewend was. Omdat Snethorst een degelijke voorbereiding van zijn tegenstander vreesde speelde hij een onbekende variant waarbij hij in het begin van het middenspel een paar mindere deed. Krijger kreeg het initiatief waarna Snethorst een geïsoleerd pion kwijtraakte en zijn koning midden op het bord vast stond. Snethorst zette nog wel een mooie en gevaarlijke koningsaanval op touw maar ging mat voordat het echt gevaarlijk werd.

 

Kees Bimmel kon de rokade van Marnix den Boer verhinderen waarna deze ook nog eens een centrumpion kwijtraakte. Bimmel leek op rozen te zitten en wikkelde af naar een voor hem mooi eindspel waarin hij een sterke vooruitgeschoven pion had die solide door een andere pion gedekt werd. Geheel in de wolken overzag hij echter dat ook deze pion zelf gedekt moest worden, en raakte hem kwijt. Daarmee was het verband uit zijn stelling en kon De Boer toeslaan. Teleurgesteld gaf Bimmel op.

 

Teun Brouwer, die met de zwarte stukken speelde, gaf de witte dame van tegenstander Frans Nijman volop gelegenheid om in zijn stelling binnen te dringen. Brouwer verdedigde uit alle macht en leek het te gaan redden. Maar na afruil van de dames pakte hij zonder er goed erg in te hebben zijn loper vast. En ja, aangeraakt is zetten. Zijn stelling werd door de gedwongen verplaatsing van die loper onhoudbaar. Ten slotte ging hij ook nog door zijn tijd heen.

 

Eric Bouman opende met wit d4, waarop Peter de Vrieze aan de overkant van het bord ook zijn damepion twee velden naar voren speelde. Na een wederzijdse korte rokade probeerde Bouman controle over het centrum te krijgen door de koningspion op te spelen. Deze ging echter verloren en Bouman raakte een pion achter. Hij kon echter de druk op de stelling van De Vrieze steeds verder opvoeren. Uiteindelijk won hij hiermee zelfs een stuk terug voor zijn pion. Na ook nog een voordelige torenruil bewerkstelligd te hebben, wist Bouman rond zet 33 een ernstige matdreiging op het bord te toveren. De Vrieze kon deze matdreiging niet meer pareren en gaf liever op.

 

Bij Erik de Vrieze, die de witte stukken mocht hanteren, en tegenstander Frans Jansen kwam er een konings-Indische opening op het bord. Op de 14e zet was er nog geen stuk van het bord verdwenen. Ook was de spanning in het centrum om te snijden. De Vrieze kreeg duidelijk het overwicht op Jansens geheel teruggedrongen stelling. Wel had Jansen zijn stelling voorzien van een aardige hoeveelheid “prikkeldraad”. Na een voor Jansen voordelige afruil keerden de kansen. Jansen kreeg tegenspel op de damevleugel en een gecombineerde dame-toren-aanval op de witte koningsstelling. Maar na een verdere afruil hield De Vriezes koning stand. Met nog 6 tot 8 minuten op de klok bij beiden en de twee kampen in balans werd de wapenstilstand met een biertje gevierd.

 

Wim van de Waarsenburg drong Fokk Baakman al snel in de verdediging met agressief spel en ruilde veel af.Het resulteerde in een zwakke dubbelpion van Baakman maar diens stukken bleken wel goed te staan. De dubbelpion ging verloren maar Baakman hield in het eindspel wel een toren tegen een paard over plus een vrijpion. Dat is een pion die op weg naar promotie niet meer door een vijandelijke pion te stoppen is. Dit gaf de doorslag en Van de Waarsenburg gaf op.