Zaterdag 22 november 2014. De dag dat in alle hoeken en gaten van Nederland Sinterklaas opdook, vergezeld van zwarte en wie weet nog meer wat voor andere tropische en minder tropisch gekleurde Pieten. In ieder geval een drukke werkdag voor de goedheiligman en co. Een drukke werk(mid)dag zou het ook worden voor de zestien schakers uit Kruiningen, Scherpenisse, Zierikzee en wijde omstreken. Zeker omdat dat over de breedte de beide teams op papier aan elkaar gewaagd zijn. Het is bekend dat de schakers uit Zierikzee en Scherpenisse Zie Scherpe Combinatie vormen. Ook bekend zal zijn dat de schakers van De Zwarte Dame (bij lange na) niet allemaal uit Kruiningen komen: de wijde omstreken aldaar reiken zelfs tot Goes. Minder bekend zal zijn dat destijds bij het ontstaan van ZSC er eventueel sprake was dat De Zwarte Dame en Denk en Zet een combinatieteam zouden vormen. Maar ja, wat voor naam had dat team dan moeten krijgen? Met varianten als De Zwarte Denker en De Zwarte Zetter hadden we misschien ongewild een (negatieve) rol kunnen spelen in de maatschappelijke kleurendiscussie, laat staan als bij deze varianten er voor zou worden gekozen om de genoemde verwijswoorden naar beide verenigingen om te draaien… Enfin, de meer politieke oplossing zou dan iets zijn als De Denkende Dame, hoewel dan Donner (de schaker, niet de politicus) vast in verweer zou komen als dat nog had gekund. In ieder geval geen kleurendiscussies op de schaakzolder in Scherpenisse aan het begin van de middag. Zoals altijd is schaken gewoon zwart of wit: geen nuances en geen andere smaken. Wie goed speelt krijgt punten, wie slecht speelt de spreekwoordelijke roe.
Het was letterlijk een koude start, omdat de kachel nog op gang moest komen. Het kan altijd erger trouwens, want in Souburg duurde het een keer uren voordat de tien graden aangetikt werd (binnen!). Nadat buiten de lokale kinderen Sinterklaas bestormden onder het gezang van “zie ginds komt de stoomboot” met passende begeleiding van toeterende Pieten, kwam binnen de boel ook op stoom. Op het eerste bord kruisten Olaf van der Sloot en Wouter Bliek de degens. In een Benoni kreeg Bliek een pion voorsprong, maar stonden zijn witte stukken wel minder ontwikkeld. Via een ingenieuze torenmanoeuvre naar b4 bracht van der Sloot een flinke portie dynamiek in de stelling welke hij vergezelde van een remise-aanbod. Gezien de potentie die in de stelling zat (naar beide kanten toe), was het eigenlijk jammer dat wit dat aanbod uiteindelijk accepteerde. Achteraf bleek het de enige remise te zijn en ook zelfs nog het beslissende halfje. Tsja, regeren is vooruitzien toch? 0,5 – 0,5 : the heat is on !
Hans Aangeenbrug deed een soort van Carlandje op het tweede bord tegen Peter van der Borgt. Voor de stelling van het Carlandje kunt u terecht op de website van De Zwarte Dame in hun verslag over deze wedstrijd. Ok toegegeven, de enige overeenkomsten met de partij tussen Carlsen en Anand waren dat Anand kon inslaan met een paard op e5 en daarna mogelijk met dit paard kon doorslaan (wat vast niet gebeurd zou zijn in deze partij). Buiten dat er in dit geval er andere spelers zaten (of juist daardoor?) zag van der Borgt het tactiekje wel op tijd en sloeg dan ook in met zijn paard op e5. Objectief gezien had er misschien nog doorgespeeld kunnen worden, maar de teleurstelling was groot en Aangeenbrug gaf dan ook de pijp aan van der Borgt, waardoor De Zwarte Dame de leiding nam met 0,5 - 1,5.
Martin Krijger op het achtste bord, met de witte stukken, kreeg een wat tamme variant met Lc5 van het Spaans op het bord. Pion e5 bleef een poosje instaan en hij sloeg hem pas toen er van de zwarte kant niet veel gevaar te duchten was. Dat pionnetje was leuk maar belangrijker was dat hij en betere stelling had en zwart nogal gedrukt stond. Langzaam maar zeker verbeterde Krijger zijn stelling maar toen Jan Capello een ontsnapping dacht te zien was het snel uit. Een penning op de witveldige loper gecombineerd met een aanval van de f- en g-pion maakte snel een eind aan de partij en trok de stand weer gelijk naar 1,5 – 1,5.
Sjaak Spiegels speelde op het vierde bord met wit tegen Willy Meulblok. De opening werd de Paulsen variant van het Siciliaans. Zwart ontwikkelde zich vlot en won veel terrein op de damevleugel. Spiegels stelde zich voorzichtig op en wachtte op het juiste moment. Dit moment kwam toen Meulblok zijn beide lopers en de dame op de vijandelijke koningsstelling richtte. Nu speelde wit een goed doorgerekend offer. Hij offerde zijn loper op de b5 pion van zwart. Aannemen van het offer zou zwart een pion kosten plus het initiatief. Daarom koos Meulblok voor het opgeven van de rokade. Hierna speelde Spiegels het niet helemaal nauwkeurig en verloor toch zijn stuk tegen twee pionnen, maar het initiatief kon hij behouden. Vervolgens ging hij de vijandelijke dame opjagen. De dame koos het verkeerde pad en dreigde ingesloten te raken. Meulblok gaf een stuk terug. Na het afruilen van de overige stukken waren de vrijpionnen van Spiegels niet meer te houden en gaf zwart zich over, waardoor nu Zie Scherpe Combinatie op een 2,5 – 1,5 voorsprong kwam.
Inmiddels was Sebastiaan Koedoot op het derde bord tegen Eric Clarisse in tijdnood beland. In het middenspel won Clarisse een kwaliteit, maar zwart had als compensatie (een pion en het loperpaar) en een actieve koningsaanval (welke compensatie achteraf thuis door de siliconen Guru in -0,6 werd uitgedrukt). Tsja hoe gaat zo een denkproces in tijdnood? Deze keer alles behalve logisch. Koedoot voerde de druk op tegen de witte kort gerokeerde koning, waarbij de zwarte dame (jaja), paard en loper allemaal op de vierde en tweede rij stonden van de h en g-lijn en dan nog eens ondersteund op de half open f-lijn door de toren op f8. Kiezen tussen een schijnoffer van de toren op f2 met daarna een paardvork en damewinst of meer druk zetten op f2 door loper g3? Tsja in deze stelling moet er toch meer in zitten dan ruil van de witte dame tegen een toren en een paard (waarbij wit mat op de acht(er)ste rij dreigt)? Dus niet gekozen voor de -1,51 voortzetting van de steeds enthousiastere wordende guru (Lf4 levert zelfs -2,3 op, maar niet overwogen achter het bord). Dus dan maar Lg3 gespeeld: owja wit kan ook nog met Pd1 de pion op f2 verdedigen. En waarom gaan die 30 seconden steeds zo snel? Hmzz, dan toch maar Lf4 (nu opeens wel overwogen) om de toren op c1 aan te vallen en het paard te verhinderen om naar e3 te komen (nu levert deze Lf4 nog maar -0,5 op en roept de Guru Ph2+ ad -1,1). Zetje later pionnetje doordrukken naar e5: meer druk kan nooit verkeerd zijn: die kwaliteit terugpakken op c1 kan altijd nog: ik ga mijn actieve loper niet ruilen tegen zijn relatief passieve toren. Hmzz, de witte dame naar c5: dat dreigt Dxf8 met mat. Nog 10 seconden… Toren moet op f-lijn blijven en het schaak-veld c8 is gedekt door mijn loper op d7. Tf6 it is! Toch Dc8+??? Die kan ik toch slaan met mijn loper? En anders of daarna kan ik mijn f-toren toch nog terughalen of mijn dame op h6? Ja dat kan wel, maar die relatieve passieve toren op c1 is opeens redelijk actief… de Guru laat ook achteraf een kille #3 zien. Goed gezien van Clarisse en tot dat moment een goede pot van Koedoot. Ach, zo een tussenstand van 2,5-2,5 houdt het spannend.
Arend Bandsma kwam op het vijfde bord slecht uit de opening. In het middenspel dacht hij een tijdelijk kwaliteitsoffer te doen, welke hij niet goed berekend had, waardoor hij naast het verktijgen van een slechtere stelling ook nog een structurele kwaliteit achter kwam. Zijn tegenstander Rinus den Hollander doorzag alles in zijn tijdnood en wikkelde op een mooie manier af, zodat de gasten uit Kruiningen en omstreken met 2,5 – 3,5 op hun beurt de voorsprong overnamen.
De Zwarte Dame had dus nog minimaal een half puntje uit de resterende twee wedstrijden nodig. Het was vrij snel duidelijk dat dit kleinood er niet in zat op het zevende bord, waar Bart Hertog het op nam tegen Ton van Vliet. In een gelijke stelling, waarin divers materiaal al was afgeruimd, speelde Hertog actiever met zijn dame, wat er voor zorgde dat van Vliet koos voor dameruil ten koste van een pion. Deze pion (in K+4pi tegen K+5pi) werd wit noodlottig. Nadat de structuur van zes pionnen waren vastgelegd op de koningsvleugel, werd de enige witte pion op de damevleugel gewisseld, zodat Hertog een vrijpion overhield op dezer vleugel. Van Vliet werd gedwongen tot oppositie tot aan de achterste rij, waardoor Hertog vanaf de derde rij de witte pionnen op de koningsvleugel zou kunnen oppeuzelen. Van vliet liet het niet zover komen en gaf de oppositie op, waardoor Hertog de matchstand weer gelijk trok. Hoewel naar eigen zeggen niet helemaal tevreden over zijn partij, is het de zoveelste overwinning op rij voor Hertog, welke de laatste tijd geduldig schaak speelt, wat zijn vruchten afwerpt en en passant de beide verenigingen weer in evenwicht bracht (naar 3,5-3,5).
Rick van de Breevaart moest het dan maar gaan doen voor Zie Scherpe Combinatie op het zesde bord. In een materieel gelijke stand had van de Breevaart een door zijn loper gedekte witte pion weten te posteren op f7. Deze pion werd geblokkeerd door een zwarte toren op f8, welke op zijn beurt ook weer gedekt werd door een loper. To heaten things up stond de toren van van de Breevaart op e8. Tegenstander Bram Koeman moest opletten om niet mat te gaan op de h-lijn, omdat zijn koning bibberig op het hoekveld h8 stond, alleen ‘beschermd’ door een zwarte pion op g7, die eigenlijk het enige vluchtveld wegnam indien van de Breevaart schaak zou kunnen geven op de h-lijn met zijn dame. Doordat er verder nog maar weinig pionnen op het bord waren en geen overige lichte stukken had Koeman nog het wapen van de schaakjes. Het bier werd al open getrokken door ZSC toen de zwarte schaakjes leken op te houden met Df6+. Van de Breevaart zou vast wel Ke4 spelen, waardoor de zwarte loper op e5 dubbel aangevallen zou zijn door zowel de toren op e8 en de koning. Door de witte loper op d5 en de witte dame op g4 kon zwart geen schaakjes meer geven en stonden zowel zijn toren als loper in en kon alleen Ld6 beide gevaren neutraliseren. Echter na Te6 zou het gelijk over zijn, omdat zwart of mat of dameverlies dan niet zou kunnen voorkomen. Van de Breevaart koos echter voor Kg2 in plaats van Ke4, waarna Koeman zijn toren weer dekte met Ld6. Nu zou Te6 niets uithalen, omdat zwart dan weer de mogelijkheid had om op b2 schaak te geven etc. Maar zoals eerder geschreven zouden er in deze wedstrijd geen remises meer voorkomen na die op het eerste bord. Van de Breevaart ging er nog eens goed voor zitten en koos op dat moment voor de beste optie om de dames af te wisselen op h6 door schaak te geven op h5. Daarna was Te6 wel weer de aangewezen zet welke minimaal een stuk zou opleveren omdat enerzijds de loper stond aangevallen op d6, en anderzijds een matnet dreigde door de manoeuvre Tg6-Tg8+-Le4++. Zwart zou dan een tempo moeten besteden aan pion naar h5 om een extra vluchtveld te creëren: via de manoeuvre Tg6-Tg8+-Le4+-Tg6+-T… zou de zwarte loper dan verloren gaan door een aftrekschaak op de koning op h7. Een sterk gespeeld einde door van de Breevaart en matchpunten binnen voor Zie Scherpe Combinatie!
Met deze tweede achtereenvolgende overwinning nestelt ZSC zich voorlopig op de tweede plaats achter Het Witte Paard, welke alle drie de wedstrijden nog gewonnen hebben. Gezien het verhaal aan het begin over het ontstaan van ZSC en dat dat zomaar een ander combinatieteam had kunnen zijn, zou je trouwens kunnen stellen dat eigenlijk alle acht de bordpunten bij de schaakcombinatie en verre omstreken in de breedste zin des woords zijn gebleven. Om dat te onderstrepen heeft De Zwarte Dame (op verzoek) het logo van de Zwarte Dame weer op hun site geplaatst!