Sjaak Spiegels posteerde zijn lichte stukken achter twee opgeschoven centrumpionnen en wilde daarmee de stelling van Hans Aangeenbrug ondermijnen. Een nadeel was de mindere beweeglijkheid, waar Aangeenbrug van profiteerde door Spiegels een slechtere pionnenstelling op de damevleugel te bezorgen. Het ging voor Spiegels van kwaad tot erger, tot hij in een verloren staand eindspel opgaf.
Bas van de Graaf kwam niet best uit de opening tegen Kedem Gutkind, maar wist zich op hardnekkige wijze terug te vechten. In het eindspel leek Van de Graaf zelfs nog kansen op winst te hebben, maar Gutkind zijn techniek was als altijd voortreffelijk, en beiden kwamen remise overeen.
Kees van de Nieuwendijk had zijn dag niet en gaf Martin Krijger gelegenheid een paard te offeren voor een beslissende aanval, die uiteindelijk uitmondde in het mat zetten van de zwarte koning.
Ben Snethorst viel veelvuldig de stukken van Adrie de Jonge aan, wat hem uiteindelijk een pion opleverde. Met actief spel wist hij, ondanks heftig verzet van De Jonge, de partij te winnen, en bereikte daarmee de zesde plaats in het klassement.
Fokko Baakman won al snel een loper, maar was hier te snel tevreden mee. Hij verzuimde zijn stukken verder te ontwikkelen, wat tegenstander Henny de Jonge de kans bood met een tegenaanval twee pionnen te snoepen. Toen zij even later met een paardvork ook nog een toren won, kon Baakman opgeven.