Het duel om de eerste plaats verliep vrij stroef. In een gesloten Siciliaan verloor Marnix den Boer een pion en toen hij probeerde een opening te forceren kostte het hem er nog een. Snethorst zette wel druk op de enigszins gehavende witte stelling maar zorgde er vooral voor zelf geen fouten te maken, waardoor het toch remise werd.

Kees van den Nieuwendijk werd misschien een beetje verrast door de voor Hans Aangeenbrug ongebruikelijk keuze van opening: het Londens. Van den Nieuwendijk beging enkele onnauwkeurigheden waardoor Aangeenbrug een sterke pionnenstelling en een heel sterk paard in de vijandelijke stelling kreeg. Hij bouwde zijn voordelen knap om tot een gewonnen eindspel.

In een Franse partij ging het tussen Bas van de Graaf en Kedem Gutkind vrij gelijk op. Misschien stond Van de Graaf wel iets beter, maar daar had hij dan ook aardig wat bedenktijd ingestoken. Teveel, zo bleek aan het eind van de partij. Elke speler krijgt voor een partij een uur, en nog eens een halve minuut per zet, en Van de Graaf was er tot zijn schrik ineens doorheen, wat hem de eerste nederlaag in het seizoen opleverde. En Gutkind ligt intussen goed op koers naar zijn doel: in zijn waarschijnlijk laatste seizoen bij Zierikzee het kampioenschap te veroveren.

Peter de Vrieze maakte enkele foutjes waardoor Martin Krijger een overwicht in het centrum kreeg. Uiteindelijk kon zelfs een promotie van een pion van De Vrieze tot dame niet verhinderen dat hij mat ging. Leuke bijzonderheid bij deze partij: als De Vrieze op het eind zijn pion op b4 niet nog gehad zou hebben, had hij met een toren- en een dameoffer op prachtige wijze remise door pat kunnen forceren!
Dick was oneven en mocht de gangpartij spelen. Hij zit dan achter zijn bord en alle andere spelers mogen als zijnde zijn tegenstander een zet doen. Ondanks de verwarrende tegenstand slaagde Dick erin de partij remise te houden, ook al modat de tijd bijna op was....