Van de Graaf had zich goed op de Pirc opening voorbereid. Uit een schaakmagazine had hij een artikel opgediept, en alle finesses goed bestudeerd. In het begin  won hij geforceerd een pion, en kreeg een betere stelling. In een hoogstaande partij moesten beide spelers op hun tenen lopen. Dit vergde vooral voor Van de Graaf veel bedenktijd. Onder druk van de steeds groeiende tijdnood beging hij enkele onnauwkeurigheden, en verloor uiteindelijk door tijdsoverschrijding in een remisestand.

Aat Brakel verdedigde zich tegen Martin Krijger met een Siciliaanse opening. Degelijk als een bouwvakker metselde hij zijn stelling dicht. Krijger kreeg hierdoor wel veel ruimte. Toen Brakel zijn fort dacht te kunnen bevrijden door een pion te pakken, kon Krijger met een combinatie de partij in zijn voordeel beslissen. Brakel kwam voor de keuze te staan zijn dame te verliezen of mat te gaan, en gaf op.

Han van der Made won enigszins verrassend van Sjaak Spiegels. Spiegels, twee jaar geleden nog een van de topscorers in de Zeeuwse hoofdklas, lijkt in een dip te zitten. In een open middenspel met de dames ver in de vijandelijke stelling, kreeg Van der Made de beste kansen.

Alexander Greefhorst speelde een uitstekende partij tegen de altijd gevaarlijke Herman Jukkenekke. De jeugdige Greefhorst won een pion door een centrumaanval. Toen hij later voordeel zou kunnen behalen door een loper te slaan, durfde hij dit niet aan. Waarschijnlijk omdat hij bij Jukkenekke weer eens een addertje onder het gras vermoedde. Hierna kon Jukkenekke afwikkelen naar een eindspel, waarin beiden met remise tevreden waren.

Peter de Vrieze is aan een uitstekend seizoen bezig. Via een gedegen overwinning op Cees Bimmel stoomde hij op naar de vijfde plaats. De Vrieze verloor allen nog maar van Bas van der Graaf.