Van de Graaf hield zijn stelling gesloten, en lette terdege op, geen zwaktes te krijgen, om de bekende aanvalslust van Jukkenekke niet aan te wakkeren. Zodoende bleef het evenwicht bewaard, met remise als gevolg. Paul Greefhorst speelde een van de mooiste partijen van zijn leven. Via een open centrum zette hij de stelling van Henny de Jonge onder druk, en offerde een kwaliteit (toren voor een loper) voor een mataanval. De Jonge moest de kwaliteit vervolgens weer terugofferen om te ontsnappen. Greefhorst drong nog aan, maar omdat De Jonge met ijzeren hand verdedigde, bood hij even later remise aan. Erik Nieuwlands verraste Daan Baars met goed spel, en bemachtigde een toren. Even later sloegen beide spelers nog een vijandelijke toren met een paard, wat een stellingsbeeld opleverde van eigenaardige symmetrie. Maar wat Baars ook probeerde, zijn achterstand kon hij niet meer inlopen, en gaf op.

Sjaak Spiegels leek vlak na de opening al groot voordeel te kunnen behalen, met een toren op een centrale open lijn. Tegenstander Peter de Vrieze kon net op tijd het gat dichten, en een lange en moeilijke strijd ontspon zich. Spiegels kwam allengs beter te staan, en haalde in de late uurtjes het punt binnen. Teun Brouwer kwam in moeilijk vaarwater tegen de sterk spelende John van Dalsen, maar maakte het hem wel erg gemakkelijk, door zijn dame weg te geven.